The Union of Arab students would like to invite you to the last activity of the Platform of Students Against Israeli Apartheid: a lecture on the Case of Riwal, a Dutch company that is investing in the Occupied Territories. A very interesting and thoroughly researched topic will be presented: "The Case of Riwal: Corporate Complicity in Israeli Violations in the Occupied Palestinian Territory".
The participants will discuss the criminal complaint brought by Al Haq against the Dutch company, Riwal, for its role in constructing the Wall in the West Bank, as a result of which the Dutch prosecutor has begun an investigation. The lecture will focus on the legal and political issues the complaint raises and ask:
What is corporate complicity and what obligations, if any, do EU governments have to prevent it?
Speakers:
Professor Eric David (Centre of International Law, Free University of Brussels - ULB)
Professor Liesbeth Zegveld (Leiden University, Bohler Advocates - Amsterdam)
Salma Karmy (Al Haq)
And it would be great to see you all there to conclude the first and highly successful Israeli Apartheid Week in Belgium!
woensdag 23 maart 2011
woensdag 16 maart 2011
Lecture with Azzam Tamimi and David Cronin
The Union of Arab Students in coordination with the Platform of Students against Israeli Apartheid invites you to a lecture on the 16th of March, 2011. Our guests Azzam Tamimi and David Cronin will talk about the Arab-Israeli conflict in the age of revolution and on the effectiveness of boycotting Israel.
This event is part of the larger Israeli Apartheid Week (IAW) which will take place simultaneously in more than 70 cities this year.
The aim of IAW is to educate people about the nature of Israel as an apartheid system and to build the Boycott, Divestment, and Sanctions (BDS) campaign against the Israeli regime as part of a growing global BDS movement.
Azzam Tamimi a British Palestinian academic and political activist. He is currently the director of Institute of Islamic Political Thought in London and appears regularly on al-Jazeera, Press TV and other Arabic and English language television stations, and frequently publishes opinion pieces in the Guardian. He is also a prominent member of the Muslim Association of Britain and the Stop the War Coalition. Tamimi has written several books on Middle Eastern and Islamic politics, including Rachid Ghannouchi, Democrat within Islamism and Hamas: A History from Within.
Azzem Tamimi on Hard Talk BBC: http://www.youtube.com/watch?v=jCG3qYwYcxU
David Cronin is the Brussels correspondent of Inter Press Service news agency. Born in Dublin in 1971, he wrote for a variety of Irish publications before moving to Belgium in 1995. After working as a research assistant and press officer in the European parliament, he became the European correspondent with The Sunday Tribune, Dublin, in 1998. He then worked as political correspondent for European Voice, a weekly newspaper owned by The Economist, from 2001 until 2006. David Cronin on Europe's Alliance With Israel: http://www.youtube.com/watch?v=Zu-soP7L-6M
The activity is organised by the Platform of Students Against Israeli Apartheid Belgium with support of Ucos organisation. The following student organisations are members of the Platform:
Gras Brussel (Green Alternative Students)
GUPS (The General Union of Palestine Students)
UvAS (Union of Arab students)
MIX VUB ( intercultural student organisation)
Comac VUB (leftist student organisation)
This event is part of the larger Israeli Apartheid Week (IAW) which will take place simultaneously in more than 70 cities this year.
The aim of IAW is to educate people about the nature of Israel as an apartheid system and to build the Boycott, Divestment, and Sanctions (BDS) campaign against the Israeli regime as part of a growing global BDS movement.
Azzam Tamimi a British Palestinian academic and political activist. He is currently the director of Institute of Islamic Political Thought in London and appears regularly on al-Jazeera, Press TV and other Arabic and English language television stations, and frequently publishes opinion pieces in the Guardian. He is also a prominent member of the Muslim Association of Britain and the Stop the War Coalition. Tamimi has written several books on Middle Eastern and Islamic politics, including Rachid Ghannouchi, Democrat within Islamism and Hamas: A History from Within.
Azzem Tamimi on Hard Talk BBC: http://www.youtube.com/watch?v=jCG3qYwYcxU
David Cronin is the Brussels correspondent of Inter Press Service news agency. Born in Dublin in 1971, he wrote for a variety of Irish publications before moving to Belgium in 1995. After working as a research assistant and press officer in the European parliament, he became the European correspondent with The Sunday Tribune, Dublin, in 1998. He then worked as political correspondent for European Voice, a weekly newspaper owned by The Economist, from 2001 until 2006. David Cronin on Europe's Alliance With Israel: http://www.youtube.com/watch?v=Zu-soP7L-6M
The activity is organised by the Platform of Students Against Israeli Apartheid Belgium with support of Ucos organisation. The following student organisations are members of the Platform:
Gras Brussel (Green Alternative Students)
GUPS (The General Union of Palestine Students)
UvAS (Union of Arab students)
MIX VUB ( intercultural student organisation)
Comac VUB (leftist student organisation)
zondag 13 maart 2011
Interview met Tariq Ramadan
Naar aanleiding van de Arabische revoluties sprak Yassine Channouf van de Unie van Arabische Studenten met Tariq Ramadan.
We zijn op dit moment getuige van de historische revoluties die plaatsvinden in de Arabische wereld, beginnende in Tunesië en Egypte, en nu in Bahrein en Libië. Wat zijn volgens u de belangrijkste beweegredenen achter deze historische gebeurtenissen.? Denkt u dat het een gevolg is van het falen van de westerse politiek t.o.v. het Midden-Oosten en de Maghreb?
Ik zou niet zeggen dat de westerse politiek gefaald heeft. Ik denk eerder dat de revolutie de fouten van het westerse beleid blootgelegd heeft.
Wat we eigenlijk zagen in Tunesië was hoe jong en oud op straat kwam na één incident. Dit toont aan hoe repressief het beleid onder de dictatuur was. Iedereen die Tunesië bestudeerde was zich hiervan bewust. Human Rights Watch bijvoorbeeld zei dat het Tunesische regime misdadig was en zich kenmerkte door foltering, repressie, geen vrijheid, corruptie... kortom dat de mensen aan het lijden waren.
Na de zelfverminking van Mohamed Bou’zizi gaven de mensen gewoon uiting aan de situatie waarin ze leefden. En niemand kon de opstand voorspellen, omdat ze transversaal was. Er zat immers geen politieke partij of ideologie achter die kan claimen dat zij de revolutie heeft geleid. Linkse mensen, atheïsten, mensenrechtenactivisten en islamisten namen allemaal deel aan deze revolutie.
Mijn eerste reactie was een van ongeloof: ik dacht niet dat zoiets zou gebeuren in Egypte, omwille van de geopolitieke realiteit van dat land. Egypte is de voorhoede van het Amerikaanse beleid in de regio. Het is een grote speler in het Israëlische-Palestijnse conflict. Maar het Egyptische volk bewees mijn ongelijk en ging ervoor. Met een heel simpele boodschap voor het westen: wij willen net hetzelfde als jullie: vrijheid, waardigheid en rechtvaardigheid.
De grootste fout die het Westen maakte is dat zij de logica van de dictators aanvaardde. Zij stelden het Westen voor de keuze: ofwel gaan wij het land runnen en jullie belangen behartigen. Wij zorgen dan voor vrede en stabiliteit. Ofwel zullen de radicale islamisten aan het roer staan. Niet alleen aanvaardde het Westen deze logica, meer nog, ze gebruikte hem ook ter rechtvaardiging van haar politiek. De afgelopen 30- 40 jaar spraken de westerse leiders zich amper uit over deze dictators, omdat zij de regio stabiliseerden.
Dan is er ook nog de econonomische dimensie van het verhaal. We weten dat de corrupte Jamal Mubarak 60% van de economische transacties in Egypte controleerde. Maar Mubarak begon andere horizons op te zoeken, buiten Europa en de V.S om. Hij haalde banden aan met China en andere Aziatische en Latijns-Amerikaanse landen. Ik denk dat we moeten beseffen dat het Westen terrein begon te verliezen in het Midden-Oosten. Op politiek vlak had dit te maken met de kwalijke geschiedenis, denk aan het kolonialisme. Maar ook omdat er nieuwe actoren verschenen op economische gebied: Brazilië, Venezuela, China, India ... Zij hebben iets in de pap te brokken, en bovendien hebben zij geen geladen voorgeschiedenis van kolonialisme, repressie, in tegenstelling tot Europa en de V.S.
Wat betekenen deze revoltes voor de moslims in Europa? Hoe kijken zij naar de Arabische wereld, nu de bevolking daar bewijst dat ze democratie kan en wil introduceren?
In feite hebben we drie boodschappen. Ten eerste: de Arabieren en de moslims willen net hetzelfde als de mensen hier. Ze willen vrijheid en waardigheid. Een sterke boodschap van hen: stop te zeggen dat wij andere verwachtingen hebben.
De tweede boodschap is dat de bevolking zich geuit heeft via massale en vreedzame demonstraties. Het geweld ging niet uit van de mensen maar van de regering.
En de derde boodschap heeft te maken met de westerse perceptie van de feiten. Enkele dagen geleden was ik in het Verenigd Koninkrijk en gaf ik commentaar op James Cameron die stelde dat multiculturaliteit gefaald heeft. Mijn repliek: in plaats van te kijken naar wat er gebeurt in de Arabische landen en hulde te brengen aan de demonstranten die democratie willen. In plaats van een vergelijking te maken tussen de Britse en Arabische burgers doe je net het omgekeerde: je creëert argwaan en luistert niet naar je eigen burgers. De Europese moslims moeten daarom het voortouw nemen door te stellen wij allen dezelfde waarden hebben en dat de feiten hun gelijk bewijzen. Dit is een grote kans voor de Europese moslims.
In tegenstelling tot Lybië, Egypte of Tunesië kampt Bahrein met monarchie en sektarisme. Waart het spook van het sektarisme nog altijd rond in de Arabische wereld?
Ik denk dat je moet oppassen en Bahrein niet te analyseren vanuit dezelfde invalshoek als Egypte. De mensen in Bahrein zijn ontevreden met het regime, zoveel is duidelijk. Het wordt voorgesteld als een sjiietische opstand tegen de soennitische heerser. Maar ook onder de soennieten zijn er mensen die ontevreden zijn met het regime. Een overwinning kan enkel plaatsvinden als er een alliantie zal zijn tussen soennieten en sjiieten. Vandaag de dag is de kloof echter heel groot en de soennitische heersers maken hier handig gebruik van om het volk te verdelen. Zij benoemen de opstand als sjietische en stellen dat je niet kan samenwerken met de sjiieten. Deze retoriek is zeer krachtig!
Vergeet niet dat Saoedi-Arabië in 2006 tijdens de oorlog tussen Libanon en Israël zei dat je de Libanezen niet kan steunen omdat ze sjiieten zijn. Ze gebruikten dus de verdeling opdat ze de Libanezen niet hoefden te helpen toen ze onderworpen waren aan de Israëlische agressie.
Als je deze logica aanvaardt dan gaat het inderdaad heel moeilijk zijn in Bahrein. De sektarische factor is zeer belangrijk. Het maakt deel uit van de obstakels, waaronder ik graag de rol van het westen als het falen van de oppositiekrachten wil benadrukken. In Egypte was er bijvoorbeeld geen platform waar mensen samenkwamen om te zeggen dat ze tegen Moebarak waren. Dit geldt evenzeer voor Bahrein waar er niets wordt gedaan om de kloof tussen soennieten en sjiieten te dichten. Het is problematisch dat de oppositiekrachten verdeeld zijn.
Sommige academici en denkers zoals Martin Kramer, Bernard Lewis en Fouad Ajami schreven dat het Arabisch nationalisme dood is. Maar nu zien we een sterke band tussen de gebeurtenissen in de Arabische landen. Denkt u dat het Arabisch nationalisme dood is, of ziet u nog een toekomst weggelegd voor deze ideologie?
We moeten heel voorzichtig zijn. Ik denk niet dat we de herleving meemaken van het Arabisch nationalisme. In feite zijn deze revoluties zeer nationalistisch. In Egypte zei men: leve Egypte ... en in Tunesië: leve Tunesië.
Twee zaken zijn interessant. Zowel in Egypte en Tunesië als in Bahrein en Libië worden er geen slogans gescandeerd tegen het Westen. Het draait om 'ons' (Tunesiërs, Egyptenaren, Bahreini of Libiërs) en het is dus heel nationalistisch. De transnationale factor is enkel aanwezig omdat de ingrediënten overal dezelfde zijn: corruptie, repressie, dictaturen...
Er is geen ideologische link tussen de Tunesiërs en de Egyptenaren bijvoorbeeld. Het domino-effect is te verklaren daar in al deze landen dictaturen zijn en de mensen zich bewust worden van iets heel belangrijk: als er enorme vreedzame demonstraties zijn van alle lagen van de bevolking -Christenen, moslims, enzovoort-, dan kan je een dictator aan het wankelen brengen. Deze bewustwording is zich aan het verspreiden maar dat maakt het nog niet pan-Arabisch.
Het is belangrijk om alle landen stuk voor stuk te bestuderen. Dan zien wat de gelijkenissen zijn: “wij willen ons verlossen van de dictatuur.”
Een nieuwe Arabische lente dus?
Ja, en als men me vraagt of ik wil dat dit zal gebeuren in Iran antwoord ik ja! Zelfs in Israël hoort dit te gebeuren. Ik zou graag hebben dat mensen in Israël nee zeggen tegen Netanyahu alsook tegen die gek van een racistische buitenlandminister Liebermann. En dat vanaf nu de Palestijnen gerespecteerd moeten worden.
Denkt u dat een dergelijk scenario mogelijk is in Iran?
We hebben gezien dat sommige demonstraties al onderdrukt zijn.
We moeten landen afzonderlijk bestuderen, en ik denk dat we een verkeerde perceptie hebben met betrekking tot de gebeurtenissen in Iran. Er zijn mensen die op straat komen omdat ze onderdrukt worden, en deze onderdrukking moeten we veroordelen. Men focust nu op jongeren van de middenklasse, de studenten, die talrijk zijn in de steden. Maar op het platteland is Ahmedinejad wel nog zeer populair. Dit was niet zo in de Arabische landen die een revolutie meemaken. Onze perceptie is verkeerd. Wij denken dat iedereen tegen Ahmedinejad is, wat niet waar is. Het land is verdeeld. En daarom voelt de Iraanse regering zich sterk genoeg om de betogingen te onderdrukken, omdat ze nog een machtsbasis heeft. Hoezeer ik ook zou willen dat het land meer open zou worden, moet ik toegeven dat er heel wat Iraniërs dit regime steunen. Democratisch gezien moet je dus voorzichtiger zijn in het veroordelen van het regime dan bijvoorbeeld dat van Egypte. Maar bovenal moeten we de repressie veroordelen.
Hoe kun je de repressie veroordelen, beseffende dat er duidelijk een tweespalt is in Iran?
Mensen hebben het recht om te protesteren. Hun stem moet gehoord worden. Ik kan niet goedkeuren dat de regering hen het zwijgen wilt opleggen op die manier. Maar ik wil tegelijk zeggen aan het Westen dat die mensen die op straat komen niet de meerderheid van de Iraniërs vertegenwoordigen. Je moet ook rekening houden met dat andere segment van de Iraanse samenleving dat Ahmedinejad verkiest als president.
De folteringen en arrestaties moeten we veroordelen. We moeten ons echter ook bewust zijn van de tendensen binnen de Iraanse samenleving, en deze zijn niet dezelfde als in Egypte.
Bent u optimistisch over de toekomst van de Arabische en Islamitische wereld? Denkt u dat de democratie zal bloeien?
Ik weet het niet. Ik ben heel voorzichtig. Mijn beoordeling tot nu toe is positief: de impasse is eindelijk doorbroken! Maar we weten hoezeer de Amerikanen zich moeiden in Tunesië en nog altijd bemoeien ze zich met het Tunesische leger. In Egypte regeren nog altijd dezelfde ministers die werden aangeduid door Moebarak. Je zit dus met twee dictators die verdwenen zijn maar met twee systemen die in stand zijn gehouden. Wij willen een transparante democratie zonder corruptie. Wie wilt dat? Amerika? Europa? Trouwens, Europa was helemaal afwezig bij deze twee revoluties. En ik denk echt niet dat de Amerikanen een democratie zullen promoten, zelfs niet Barack Obama. Hij kan dat misschien wel zeggen in zeer mooie woorden, maar het systeem dat hij vertegenwoordigt heeft een hele andere agenda.
maandag 21 februari 2011
بيان حركة 20 فبراير في المهجر
بيان حركة 20 فبراير في المهجر
بسم الله الرحمن الرحيم
تتابع الجالية المغربية في اوروبا بقلق شديد الأزمة المتراكمة التي تهلك المغرب منذ عقود. المعطيات الموجودة حول المغرب تؤ كد جميعها ان البلاد في تراجع مستمر بسبب السياسة الغير الوطنية التي ينهجها النظام منذ الإستقلال إلى يومنا هذا و التي ترتكز بشكل واضح على إملا ءات خارجية وليس على اجندة وطنية منسجمة مع ارادة الشعب المغربي و مع مصلحة الوطن. فالأزمة الداخلية بالمغرب مرتبطة بشكل عضوي مع تبعيته للخارج(العالم الغربي تحت قيادة الولايا ت المتحدة)، و لا يمكننا التخلص من هذا الوضع المزمن إلا اذا غير المغرب بوصلته و انسحب من المنظومة الغربية, ونهج سياسة وطنية و ديموقراطية تعبر عن ارادة و تطلعات الشعب المغربي. ولذا نعلن ,كمواطنين مغاربة مخلصين للوطن و الأمة, عن خروجنا الى الشارع في جميع انحاء اوروبا تلبية لنداء ابناء جلدتنا في الوطن لأجل تحقيق المطالب التالية
:
١: إطلاق سراح جميع المعتقلين السياسيين و من بينهم شيخ الفزازي دون اي قيد او شرط
٢:وقف جميع العلاقات مع العدو الصهيوني ومحاسبة كل مطبع لخيانته للقضية المركزية للأمة. إضافة إلى دعم المقاوامة الفلسطينية على جميع المستويات وجعل
تحرير فلسطين أحد أهداف المغرب
٣) نطالب الجيش المغربي بصياغة استراتيجية عسكرية بغرض تحرير سبتة و مليلية وجزر الجعفرية من الإحتلال الإسباني. فما أخد بالقوة لا يسترجع الا بالقوة
٤)فتح الحدود بشكل نهائي مع الإخوة في الجزائر كخطوة ملموسة نحو ادماج المغرب العربي الكبير
٥)إلغاء الدستور الحالي و تشكيل مجلس وطني يتكون من جميع ممثلي مكونات الشعب المغربي لصياغة دستور جديد و عرضه على الشعب عبر إستفتاء
٦)حل مجلسي النواب و المستشرين و تشكيل حكومة تقنوقراطية لإدارة شؤون البلد خلال فترة إنتقالية
٧)تشكيل محكمة خاصة تلاحق جميع المفسدين و على رأسهم الصهيوني اندري ازولاي
٨) رفع الحضر على جميع القوى السياسة المحضورة بدون أي استثناء
٩)فصل الإعلام عن الدولة وضمان استيقلالية الإعلام و حرية الرأي بشكل مطلق
.
١٠ دسترة اللغة الأمازيغية كلغة رسمية للوطن الى جانب اللغة العربية و محاربة الغزو الفرانكوفوني على جميع المستويات كخطوة
ضرورية لاسترجاع الهوية الحقيقية للوطن
١١)محاربة السياحة الجنسية بكل قوة و معاقبة كل متاجر بشرف ابناء وبنات الوطن
وفي النهاية نود ان نؤكد ان أقوى سلاح الذي نستطيع ان نحقق به مطالب الشعب هو سلاح الوحدة بين جميع مكونات الشعب المغربي. فالنصر لا يتحقق الا اذا تكاتفنا و توحدنا و أخذنا شعار الوحدة كشعار مقدس.
نسأل الله ان يوفقنا و يثبتنا
والسلام عليكم و رحمة الله و بركاته
مراد برحيلي و إبراهيم الحرشاوي (أعضاء اتحاد الطلاب العرب في اوروبا)
dinsdag 1 februari 2011
Is Marokko klaar voor een revolutie?
Foto: Manifestatie in Tanger op 30 januari
Yassine Channouf
Het eerste en belangrijkste slachtoffer van de Tunesische revolutie is wanhoop. Dat gevoel had zich heer en meester gemaakt van de Arabieren die bijna allemaal leefden in dictaturen die stevig in het zadel leken te zitten. Tot 14 januari althans.
Nog geen twee weken na de vlucht van Zine al-Abidine Ben Ali is er weinig overgebleven van de almacht van de Egyptische president Mubarak. Het is een kwestie van dagen, misschien wel uren alvorens hij ook een nieuwe permanente destinatie mag opzoeken. In Jemen, Jordanië en zelfs Soedan moeten de ordediensten nu ook overuren kloppen. Maar voorlopig zijn alle ogen gericht op Noord-Afrika. Daar lijkt de grond het vruchtbaarst voor populaire revoltes.
Situatie in Algerije
Tot eergisteren leek Marokko immuun te zijn voor het revolutionaire sentiment dat Tunesië en Egypte in haar greep heeft. Marokko's grote buur Algerije balanceert wat dat betreft op een slappe koord. Onder invloed van de gebeurtenissen in het naburige Tunesië kwamen er begin januari in verschillende Algerijnse steden duizenden jongeren spontaan op straat. Hun eisen: een verlaging van de voedselprijzen en meer behuizing. De regering van president Bouteflika was snel om gehoor te geven aan hun eisen.
De prijzen voor essentiële voedingsmiddelen zoals meel, suiker en olie zijn nog nooit zo laag geweest in Algerije. Een geslaagde strategie, maar voor hoelang? Er heerst voorlopig een gespannen sfeer in dat land, maar er is sprake van een toenadering tussen twee belangrijke oppositiefiguren: de voorman van de verboden Islamistische FIS-beweging Ali Belhadj en Saïd Saadi, de leider van de seculiere Berberse RCD-partij. Geen droomhuwelijk, maar ze delen wel hun afschuw voor de militaire dictatuur die de Algerijnse politiek domineert. En op het internet is er al opgeroepen om net als de Egyptenaren een 'dag van Woede' te houden. Op 12 februari zullen het regime en haar opposanten de degens kruisen in Algiers.
Maar Marokko is anders
Achter de mooie façade van toeristische steden zoals Fes, Marrakesh, Agadir en Saïdia schuilt een realiteit die velen niet onder ogen willen zien. Armoede en werkloosheid tieren welig aan de rand van verschillende grootsteden, en de bidonvilles in Casa Blanca bijvoorbeeld zijn een tragisch resultaat van de economische koers die de regering vaart. Deze radicale en doorgedreven neoliberale agenda kan in een derdewereldland zoals Marokko enkel een torenhoge inflatie en een uitdieping van de kloof tussen rijk en arm tot gevolg hebben. En zo geschiedt het in Marokko.
Sidi Ifni
Zeggen dat er in de laatste jaren nooit enige uiting werd gegeven aan ontevredenheid over de economische koers is een grote misvatting. De opstand in Sidi Ifni en de gewelddadige onderdrukking ervan in juni 2008 is daar misschien het beste voorbeeld van.
Werkloze vissers protesteerden toen tegen de voortdurende prijsstijgingen, en het Marokkaanse regime was zeer snel ter plaatse om deze uiting van ontevredenheid de kop in te drukken. De ordetroepen sloten de stad hermetisch af van de buitenwereld -ook voor de journalisten- en begonnen willekeurig honderden mensen te arresteren. Gewelddadige acties en plunderingen van huizen waren tactieken die niet werden geschuwd.
De overheid heeft nooit gemeld hoeveel slachtoffers er zijn gevallen. Een rapport van de Marokkaanse mensenrechtenorganisatie OMDH spreekt over tientallen gevallen van folteringen en plunderingen van huizen. Al-Jazeera berichtte zelfs van 10 doden.
Protest: iets nieuws?
Naast die spontane uiting van volkswoede in Sidi Ifni is er ook een georganiseerde protestbeweging die bestaat uit werkloze hooggeschoolde Marokkanen, types zoals Mohamed Bou'zizi dus, de Tunesische universitair die geen werk vond en een fruitkraampje uitbaatte om zijn familie te onderhouden. De Nationale Beweging voor Werklozen organiseert regelmatig kleinschalige acties uit protest tegen de hoge werkloosheidsgraad onder hooggeschoolde Marokkanen.
Zo ook de families van politieke gevangenen. Het is algemeen geweten dat in Marokko de islamistische oppositie sterk onder de knoet wordt gehouden. Begin januari protesteerden moeders van verdwenen gevangenen tegen het illegaal vasthouden van hun kinderen. Bovendien zijn er ook tientallen voorbeelden van verschillende groepen die al betoogd hebben in Marokko de voorbije jaren: advocaten, leraren, studenten etc.
De pers in Marokko
Er wordt weinig bericht over deze zaken in de Marokkaanse media. Persvrijheid is dan ook een concept dat met een stevige korrel zout moet worden genomen in dat land. Zo werd het belangrijkste pan-Arabische medium al-Jazeera bevolen het grondgebied te verlaten omwille van 'onverantwoorde berichtgeving' in oktober 2010. Deze zeer vage beschuldiging is niet het enige voorbeeld van de restricties op het gebied van persvrijheid. Het Franstalige Marokkaanse tijdschrift Tel Quel voelde ook de harde hand van het regime toen ze in augustus 2009 cijfers publiceerden over de populariteit van de koning onder de Marokkanen. 100.000 exemplaren van het magazine werden geconfisqueerd en vernietigd. Bovendien werd een zaak aangespannen tegen Tel Quel. Wat betreft persvrijheid staat Marokko op een povere 135ste plaats volgens Reporters Without Borders.
Tunisiatie van Marokko
Al deze kleinschalige demonstraties hebben tot nu toe slechts een beperkt effect gehad op de politiek van Marokko. Maar de ene demonstratie is de andere niet. Ongetwijfeld onder invloed van de gebeurtenissen in Tunesië en Egypte kwamen er in belangrijke Marokkaanse steden zoals Rabat, Tanger, Fes en Marrakesh mensen op straat.
In Tanger demonstreerde jong en oud tegen de stijgende prijzen, het tekort aan (betaalbare) behuizing en de slechte dienstverleningen. Al snel sloegen de slogans over naar meer politieke thema's en was de al-Fassi clan de kop van jut.
Deze familie staat aan het hoofd van de Istaqlal-partij en is de machtigste politieke factie in Marokko sinds de onafhankelijkheid. In de volksmond worden ze vaak vergeleken met de Traboulsi familie, die Tunesië runden als een privé-onderneming. De betoging in Tanger werd volgens ooggetuigen abrupt beëindigd door het gebruik van geweld en traangas.
In de historische hoofdstad van Marokko Fes ging het er nog minder mild aan toe. Tientallen jongeren riepen slogans die het grote Marokkaanse taboe aansneden: de monarchie. Ze riepen: 'Ben Ali vluchtte, en de koning is niet op zijn gemak', een leuze die rijmt in het Arabisch. Hoe deze betoging eindigde is niet bekend.
Bereikt de domino Marokko?
De vraag die zich hier aandient is of Marokko het toneel kan zijn van een massale volksopstand op zijn Tunesisch of Egyptisch. Alle empirisch waarneembare ingrediënten zijn aanwezig. Net als in Tunesië, Algerije en Egypte hebben verschillende mensen zich in brand gestoken als protest tegen de uitzichtloze situatie waarin ze verkeerden. Marokko heeft zijn eigen variant van de Traboulsi familie. Persvrijheid is meer een illusie dan de werkelijkheid. En vooral, de economische situatie is deplorabel.
Het Marokkaanse BBP per capita is een povere 4900$ vergeleken met 6200$ in Egypte, 7400$ in Algerije en 9500$ in Tunesië. Marokko is dus niet echt het rijkste land van Noord-Afrika als je weet dat in Libië het BBP per capita 13800$ bedraagt. Op de Human Development Index staat Marokko op de 114de plaats. De enige monarchie in Noord-Afrika is de slechtste leerling daar. Algerije, Tunesië, Libië en Egypte staan op respectievelijk de 84ste, 81ste, 53ste en 101ste plaats.
De kloof tussen rijk en arm stijgt zienderogen en vele residentiële wijken in grootsteden zijn zelfs hermetisch afgesloten van niet-inwoners. Deze kloof wordt deels opgevuld door het tolereren van een informele economie die wordt gekenmerkt door een enorm aandeel van drugs en prostitutie. Marokko is de belangrijkste producent en exporteur van hasjiesj. Volgens de World Customs Organisation komt 70% van de hasj in Europa uit Marokko. Exacte cijfers over prostitutie in Marokko zijn er niet, maar er wordt algemeen aangenomen dat Marokko een enorm aantal sekstoeristen aantrekt.
Perceptie bij diaspora
Bij de eerste generatie van de Marokkaanse diaspora in Europa leeft nog vaak het beeld van een omnipotente en onaantastbare koning die Marokko in een ijzeren greep houdt. Dit is een erfenis van de dictatuur onder Hassan II. De huidige koning Mohamed VI is zelfs enigszins populair bij de eerste, tweede en derde generatie Marokkanen omdat hij, althans in theorie, een breuk heeft gemaakt met het tirannieke bewind van zijn vader.
Maar de tijden zijn veranderd en de nationale media hebben niet langer het monopolie op het verspreiden van informatie. Het al-Jazeera- en internettijdperk heeft ervoor gezorgd dat nieuws een veel breder publiek bereikt in een mum van tijd. En net zoals in Egypte en Tunesië mogen we de impact van sociale netwerksites niet onderschatten.
Het onmogelijke is mogelijk
De laatste dagen zijn er twee duidelijke kampen ontstaan op Facebook. Één groep roept op om een Mars van Liefde te organiseren voor de huidige koning, terwijl een tweede groep oproept om te betogen tegen de corruptie die in Marokko belichaamt wordt door de al-Fassi clan. De laatste groep heeft ondertussen een 5000tal leden en hun aantal groeit gestaag. 20 februari is D-day voor de opposanten van de huidige regering.
Dan zal moeten blijken hoe succesvol hun oproep is in Marokko. Er zijn al geruchten dat het regime zich hierop voorbereidt door meer troepen te concentreren in de steden, een claim die wordt ontkend door minister van informatie Khalid Nassir. Maar de Marokkaanse functionarissen volgen de situatie in Egypte en Tunesië op de voet. De Marokkaanse staatszender daarentegen blijft opvallend stil over de Tunesische Revolutie en de Egyptische volksopstand. Het regime is ongetwijfeld nerveus. En gisteren gooide de Marokkaanse prins Hicham, die in vrijwillige ballingschap zit, nog wat olie op het vuur. Hij zei dat Marokko 'waarschijnlijk geen uitzondering zal zijn' in de Arabische wereld die in de greep is van volksrevoluties.
Of hij gelijk heeft zal zeer binnenkort moeten blijken. De monarchie zal waarschijnlijk een volksopstand overleven, indien die zou plaatsvinden. Maar zijn de Marokkanen zelf wel klaar om concessies af te dwingen van de regering? Voorlopig zijn de signalen gemengd. Maar net als in Tunesië en Egypte leek niet veel nodig om het regime op haar grondvesten te doen daveren. Het onmogelijke lijkt niet meer zo onmogelijk in de Arabische wereld.
woensdag 12 januari 2011
وقفة إحتجاجية لأجل تونس في بروكسل / rassemblement solidarité avec les peuples tunisiens et algériens
لكل الإخوة و الرفاق في بلجيكا: الرجاء المشاركة في الوقفة الإحتجاجية التي ستقام في مدينة بروكسل يوم السبت المقبل ضد النظام العربي الرسمي بشكل العام و النظام التونسي بشكل خاص. فلنرفع أعلام دول المغرب العربي و علم فلسطين تحت شعار: الموت لنظام العربي الرسمي و الموت للكيان الصهيوني....معا لتحرير الشعب العربي
Time:15 January · 15:00 - 17:00
Location: au croisement de l’avenue de Stalingrad et du boulevard du Midi (statue mégaphone) à 15h00
zaterdag 8 januari 2011
2011: The year Lebanon Allows Palestinians Some Elementary Civil Rights?
Shatila Camp, Beirut
Maybe it was the really loud celebratory Ak-47 Kalashnikov and small arms gunfire and fireworks in my South Beirut neighborhood that triggered the intense New Years Eve nightmare. Or I guess it could have been the seemingly, just below my bedroom window, launched RPG-7’s which followed minutes past midnight on January 1, 2011.
Anyhow, in my News Years dream, I was back in my childhood home, Milwaukie, Oregon, nearly half a century ago. Our farming and lumber town on the Willamette River had a population of around 2000 in those much simpler and less crowded days. I dreamt it was Saturday afternoon and as we always did during our middle school years, my best friend and Lake Road neighbor, David Inabnit and I went to our town’s decaying W.WII era movie theatre called the “Victory”, at exactly 1 p.m.
We stood in line to watch the Saturday Matinee, paid the 20 cents for admission, used the dime his sainted mother Martha always gave us for spending money and bought either Milk Duds or Good ‘n Plenty candies and settled into the comfortable over stuffed seats.
We always enjoyed the afternoon complete with Realtone News, a bunch of cartoons, the latest episode of an action serial like Dick Tracy, Hopalong Cassidy or the Cisco Kid, and usually a Cowboys and Indians movie. Or sometimes, my favorite childhood action hero, “Tarzan, King of the Jungle.” Tarzan’s very pleasant friend Jane, who always seemed to twist her angle and had to be carried by Tarzan, swinging on vines through the treetops (Jane reminded me of Miss Whitehead, our Milwaukie Grammar School 4th Grade teacher) was quite pretty.
But the jungle duo’s screeching and too hyper chimpanzee ‘Cheetah’ regularly got on my nerves. It was not until two decades later that I learned to my horror that the film producers sometimes would beat, drug and apply electricity to our presumed distant cousin to get the dramatic shots they wanted. These revelations shattered my idolatry towards “Tarzan, the Ape man” because I figured he knew about and should have prevented the animal abuse that his partner ‘Cheetah’ suffered.
My New Year’s nightmare was centered on one of those terrifying scenes (besides a giant boa constrictor slithering down a tree or dropping from vines overhead and wrapping around and crushing someone-or a zillion silvery flesh eating piranhas splashing in a bloody feeding frenzy and quickly stripping their victims skeleton right there on the huge screen in front of us) that still upsets me a lot. It was a quicksand pit scene where the victims would sink out of sight and disappear forever while flailing their arms and screaming--swallowed up by the shifting and sinking sand despite all their intense struggling to save themselves.
In my nightmare this vast quicksand pit kept getting wider and broader. David and I were high up in the treetops watching the swirling deathtrap cork-screwing downward as it expanded. To our horror, futilely struggling to extricate and save themselves were thousands of soon to be suffocated Palestinian refugees, some of whom I recognized from today’s refugee camps in Lebanon.
David and I could see in the distance people huddled in groups and watching. They appeared to be discussing whether they should try to rescue the condemned. But they all just stood there. Some shedding crocodile tears as they gawked—but no one made a move to save the perishing wretches.
Tarzan was nowhere to be seen and we kept looking for him to swing down from the overhead vines.
He never came.
This observer admits to possessing a fragile and perhaps nightmare susceptible psych these days, after long observing the lives of friends in Palestinian camps in Lebanon. But it is one thing to study the statistics, read well meaning NGO studies, and attend three dozen or so Palestinian Rights ‘Workshops/Conferences of one kind or another over the past few years. It’s quite another to share greatly valued personal relationships with some of those whose life experiences provide the sociological data.
NEW YEAR’S 2011 STATISTICAL UPDATE: LEBANON ‘LOWEST OF THE LOWS’
In Lebanon this past summer, the United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA), conducted a socio-economic survey of 2,600 Palestinian refugee households.
The depressing survey results are not encouraging.
As bad, if not worse than in Gaza, the data reveals a ticking social, moral, political and perhaps literal time bomb.
The data graphically illustrate the urgent need for immediate Lebanese and global governmental and civil society support, advocacy, and political pressure to encourage Lebanon’s parliament to enact internationally mandated elementary human rights for Palestinian refugees.
Both the international community and Lebanon have created and perpetuated the quicksand death pit tragedy unfolding in Lebanon’s camps. The good news is that either can fairly quickly end the nightmare if they can be motivated to develop the political will.
DEMOGRAPHICS: SWELLING
Half of the population is under 25 years old. Two-thirds of the Palestinians live shoe horned inside camps the square footage of which has not appreciably increased over the past six decades but whose population has more than quadrupled.
One-third live in gatherings mainly near one of the 12 camps’ vicinity. Nearly 7 % are extremely poor, meaning they cannot meet their essential daily food needs, five times the percentage for the poorest Lebanese.
Nearly 67 per cent of Palestine's refugees in Lebanon are poor and cannot meet their basic food and non-food needs. This is double the number for the Lebanese poor and one of the highest in the World.
UNEMPLOYMENT: RISING
Nearly 56 per cent of Palestinians are jobless. Two-thirds of Palestinians employed in elementary occupations (i.e. street vendors, construction or agriculture workers) are poor.
A major part of Palestinians refugee problems in Lebanon are caused by the fact that Lebanon’s government refuses to grant them the internationally mandated rights required and enjoyed by all the world’s refugees. These include the right to work and to own a home, the two deprivations, among those most severely impacting Palestinians in Lebanon.
EDUCATION: SHRINKING
Less than half of young people of secondary school age (16-18 years old) are even enrolled in schools or vocational training centers. Eight per cent of the Palestine refugee population of school age (7-15 years old) are not enrolled in any school as 2011 begins. Only 6 per cent of Palestinians refugees in Lebanon are university degree holders whereas in the Diaspora the figure is often in the 80-90 percentile for Palestinians.
Formerly one of the Palestinian refugees’ characteristics was a strong educational background. This proud attribute has now vanished in Lebanon’s camps. High dropout rates and insufficient skills combined with multi-barriers established by the Lebanese government severely limit the refugees’ ability to find even menial ‘informal economy’ or ‘black market’ jobs.
FOOD INSECURITY: INCREASING
Sixty three per cent of Lebanon’s Palestinians experience food insecurity, and 15 per cent of Palestinians are severely food insecure and are in acute need of food assistance.
Approximately 25% of refugee households consume inadequate amounts of fruit, vegetables, dairy and meat, and one-third of the population is not meeting their micronutrient requirements.
According to the authors of the UNWRA survey, micronutrient deficiencies cause stunting, poor cognitive and psychomotor development of children
Unhealthy dietary habits are common among Lebanon’s refugees.
Fifty-seven per cent have unhealthy dietary habits including the excessive consumption of sweets.
Sixty-eight per cent consume sweetened drinks which directly increases the burden of chronic diseases.
HEALTH: DETERIORATING
Chronic illnesses affects close to a third of Lebanon’s Palestinian refugees.
All Palestinian households with a disabled head of household live in extreme poverty. Twenty one per cent of Lebanon’s Palestinian refugees attest to experiencing depression, anxiety, or distress. Ninety five per cent of the population is without medical insurance but UNRWA, which is again being targeted for dissolution by the US Congressional Israeli lobby, does its best to provide primary and secondary health care.
100 percent of the camps and gatherings potable water is polluted.
HOUSING CONDITIONS: SQUALID
Sixty-six per cent of the houses suffer from dampness and leakage which often results in psychological and chronic illnesses. Eight per cent of households live in shelters where the roof and/or walls are made of corrugated iron, wood or asbestos. Eight per cent live in overcrowded conditions (more than three people in one room) while as many as seven to a room is not uncommon.
Every group and political party in Lebanon has failed the Palestinian refugees-including their leadership. The best of the Palestinians are those struggling to survive in the Camps and it is their young people who will likely take the Palestinian struggle to survive and to return to Palestine to the next level if necessary.
A 2011 SOLUTION FROM THE INTERNATIONAL COMMUNITY?
It would take Lebanon’s Parliament just two hours to fix half of the problem and to abolish the racist 2001 law that forbids Palestinians from owning a home. Unfortunately its author, who is currently Minister of Labor, has not altered his mindset a decade later.
Indeed, he has just submitted to Parliament a draft law that would outlaw Christians selling any property at all in Lebanon to Muslims (read: Hezbollah supporting Shia) for the next 15 years under penalty of ten years in jail and a fine double the sale price. He has declared such a law is “necessary in order to advance sectarian harmony” while denying that he favors building medieval walls around the 18 sects land holdings.
It would take roughly the same amount of time for Parliament to declare that Palestinians shall be allowed the full right to work.
Not the mockery of the August 17, 2010 public relations feel good “cancellation of the work permit fee” gesture that likely has not and will not help one refugees secure a job, the same right that all other foreigners have.
By way of contrast to Lebanon inaction, the Palestinian’s arch enemy Israel, as if to taunt Lebanon, announced this week that Prime Minister Benjamin Netanyahu has instructed Industry, Trade and Labor Minister Benjamin Ben-Eliezer to increase the number of Palestinians from the West Bank allowed to work in Israel. Ben-Eliezer is to allocate 5,000 more work permits for Palestinians from the West Bank.
So at the beginning of 2011 the score might be said to be: 5000 Israeli work permits for Palestinians. Zero from Lebanon.
Increasingly, political analysts are concluding that Lebanon’s politicians are simply not capable, given this country’s virulent sectarianism and civil war memories, and despite occasional sweet words about the 1949 Universal Declaration of the Human Rights being partly authored by a Lebanese gentleman, of granting internationally mandated elementary civil rights to Palestinians. This despite the fact that those who came to Lebanon 63 years ago were forced here by Zionist ethnic cleansing.
IT’S THE INTERNATIONAL COMMUNITY’S OBLIGATION ALSO, STUPID
On the other hand, it would require of President Obama, President Ahmadinejad, the European Union or any one of a number of other heads of major powers only the time required to send the right communication to Lebanon’s three key politicians to correct this six now 63 year long injustice.
The UN and the international community must politely demand that Lebanon end this unacceptable discrimination against their sisters and brothers because it is no longer internationally tolerable.
They must make clear that all foreign aid to Lebanon will be suspended until Parliament meets its internationally mandated humanitarian obligations toward Palestinian refugees.
The current Christian, Sunni and Shia back scratching Parliamentary leadership trio would likely stumble over each other, scrambling to comply with the remarkable, long overdue international involvement.
Were the international community to cease averting its eyes and actually give some meaning to the more than 100 UN Resolutions on Palestine and the more than 500 conference declarations over the past half century dealing with Palestinian refugees, Lebanon’s six decades of shame would be lifted.
More importantly, the implementation of the Right of Return to Palestine, and the refugees’ departure from Lebanon would be advanced as the warehoused refugees gain some economic strength to pursue their inalienable right and responsibility to regain Palestine.
A win-win formula for Lebanon and humanity if ever there was one.
Hopefully, all of Lebanon’s politicians and parties, along with the international community, will assure that 2011, is not just the year of the Rabbit, but the year that Palestinian refugees in Lebanon secured the internationally mandated elementary rights to work and to own a home.
Franklin Lamb is doing research in Lebanon and is reachable c/o fplamb@gmail.com
zondag 2 januari 2011
The Union of Arab Students in Europe: Our emblem explained
The Union of Arab Students in Europe: Our emblem explained
The slogan on the top of our emblem is the expression God is Greater in Arabic. This well known trans-religious Arab slogan is employed by the dispossessed and underpriviliged in the Arab and Islamic worlds, as a means to express their anger and discontent towards oppression and injustice.
The 'two crescents' is an artistic representation of the unity of the Arab nation. Each cresent represents one of the parts of this nation; the Mashreq and the Maghreb. Put together, they form an impermeable circle representing Arab unity.
The edges of these two crescents have sharp blades, signifying the resistance that is defending this nation, but also, its dynamism and historical movement.
The usage of a crescent is a mere reference to the Arab-Islamic civilization which is strongly rooted in the national and cultural awareness of our people.
In between the two crescents stands the Arabic letter “ض”. This latter character is unique since it exists only in Arabic. Therefore Arabic is often referred to as the language of “ض” which is the lingua franca of the Arab world.
Below the two crescents is the following phrase: “to the top through knowledge”. As a student organization we cannot overemphasize on the importance of acquiring knowledge. The path to knowledge runs straight along the path of emancipation, national awakening, solidarity, development and unity.
PS : The two crescents are also used in the symbols of the Arab European League and the Arab Nationalist Youth
Abonneren op:
Posts (Atom)